
Na de Februaristaking in 1941 benaderden Jan Robert, gymnastiekleraar, en Jacques Roël, chef in een herenmodezaak, een aantal bekenden uit de parochie van de Vredeskerk. Volgens een naoorlogse getuigenis van Jan Hulscher bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie vond de eerste bijeenkomst plaats in het gymnastieklokaal van een van de Vredesscholen, de Sint Theodorusschool in de Roerstraat. De zes aanwezigen bij deze bijeenkomst (Robert, Roël, Hulscher, Roest, en de beide broers Fontaine) besloten ieder drie á vier andere personen te werven om zo afzonderlijke “cellen” te vormen. “Robert begon zijn vrienden enige harde bokslessen te geven”. De uiteindelijke omvang van de groep wordt in verschillende bronnen zeer verschillend geschat, variërend van 23 tot 46 leden. Deze website bevat gegevens van 26 personen waarvan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vastgesteld kan worden dat zij lid waren van de Vredeskerksgroep. Hulscher noemt in zijn verklaring, in overeenstemming met gegevens uit andere bronnen, als doelstellingen van de groep: 1) te saboteren ten nadele van de Duitsers, 2) een politiedienst te organiseren bij een eventuele landing van geallieerden, 3) een voorraad ontploffingsmiddelen te verwerven.
Twee Nederlanders met aspiratie om deel uit te gaan maken van de Sicherheitsdienst speelden een belangrijke rol bij de arrestaties die vanaf medio juni 1941 plaats vonden, drie á vier maanden na oprichting, voordat er sprake was geweest van daadwerkelijke verzetsactiviteiten, anders dan de genoemde lichamelijke oefeningen, deels in het Amsterdamse Bos. De aanduiding “Nederlands Oranjeleger” (NOL) zou afkomstig zijn van de genoemde twee aspirant-leden van de Sicherheitsdienst, met opzet zo weids gekozen om het belang van hun aangifte kunstmatig te vergroten. In de administratie van Buchenwald wordt als reden voor de gevangenneming negen keer het lidmaatschap van een “illegale turnvereniging” genoemd, naast verschillende keren “verboden politieke of katholieke organisatie”, “Oranjeleger”, eenmaal “NOL én turnverband” en een keer ten onrechte “Geuzenbeweging”.
In April 1945 werden tien leden van de groep door het Amerikaanse leger bevrijd. Zestien leden van de groep van 26 overleefden hun gevangenschap niet.
Bronnen: Mevrouw E.M. Visser, Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, en verschillende digitale bronnen van het Gemeente Amsterdam Archief, Arolsen Archives, Verzetsmuseum, de Nederlandse Omroepstichting, Oorlogslevens, Oorlogsgravenstichting, Delpher met toegang tot alle Nederlandse kranten en het boek Denkdwang, Pim van Gool, Boom Geschiedenis, 2023.